Mijn protestantse basisschool ‘De Dukdalf’

door | 10 mei 2021 | Geschiedenis, Letterkunde, Overige

Toen ik nog een kind was, bracht ik mijn basisschooltijd door op basisschool de Dukdalf in Almere. Dit is een protestants christelijke basisschool die het schoolgebouw deelt met een katholieke basisschool. Die vreedzaamheid en tolerantie was honderden jaren geleden niet voorstelbaar.. maar daar gaat het nu niet specifiek om. Het gaat om de naam van mijn basisschool die achteraf gezien een tragische toevalligheid is.

Fig. 1: Schilderij van een dukdalf

Fig. 2.: Het logo van basisschool De Dukdalf

Terwijl ik aan mijn scriptie werkte, kwam ik tot een opmerkelijke ontdekking. Ik was bezig met het analyseren van een zestiende-eeuws strijdlied dat tijdens de Tachtigjarige Oorlog is geschreven. Het was een typisch geuzenlied dat ging over de tirannie van de Spanjaarden. In het lied (uit 1573) zag ik telkens de verwijzing: ‘Duck Dalve’ staan.  Bij Dukdalf dacht ik aan twee dingen: dat ding in het water, én mijn oude basisschool (die waarschijnlijk naar dat ding is vernoemd). Ik snapte echter niet waarom ‘Duck Dalve’ in het lied stond. Naar wie verwijst het? Wat bedoelen ze ermee? De verwijzing was mij onbekend. 

O God van Hemelrijcke
Siet toch neder int Aertsche dal
Op u Kind’ren al gelijcke
Die bedruckt zijn over al,
Al vanden Duck dalve, met wreeden geschal
Hy vervolgt de Christenen groot en smal
Voor Haerlem buyten der stede,
Daer leyt hy met grooten onvrede. 

Duc Dalve sant dry Posten ghetrouwen
Voor Haerlem die stede valiant, [1]
[…] 

 

Noodgedwongen moest ik dus eerst gaan onderzoeken waar naar werd verwezen. Ik wist dat het lied natuurlijk ging over de Tachtigjarige Oorlog en het beleg van Haarlem in 1573; de titel was immers: ‘Vande belegheringhe voor die Stadt van Haerlem’. Haarlem werd belegerd door de Hertog van Alva en diens Spaanse troepen. Dit was overigens niet het eerste beleg, en zeker niet de eerste nare herinnering van Alva die werd bezongen.

Na de beeldenstorm kreeg de Hertog van Alva de opdracht om orde op zaken te stellen in de opstandige Nederlanden. Noord-Nederland was namelijk protestants geworden. Hier zaten de katholieke Spanjaarden niet op te wachten. Alva was geen gezellige man; hij doodt in Nederland meer dan 12.000 protestanten waarvan er 11.000 door het vuur zijn omgekomen. Hij was daardoor niet populair in de Nederlanden. Hij maakte zichzelf nog minder geliefd toen hij de tiende penning (goedschiks of kwaadschiks) wilde invoeren om van de belasting zijn Spaanse troepen te kunnen betalen. In een periode van zes jaar belegerde hij verschillende Nederlandse steden, waaronder Haarlem. In het lied over Haarlem spreekt de auteur zijn angst uit: als we verliezen of opgeven, zal er geen genade zijn. De hertog zou man, vrouw noch kind sparen. Net als de andere belegerde steden, zal het worden geplunderd en de protestanten worden gedood.

Fig. 3.: Een prent van de Hertog. De hertog wordt hier afgebeeld als tiran. Dit kunnen we ook lezen in de tekst die erbij staat: Hij werpt geweld den rijckdom van het land ende heeft veel ontschuldich bloet laten hangen ende branden. Dit verwijst naar de opstandelingen die zijn vermoord.
Prent opgehaald van Rijksmuseum.

 De Spaanse Hertog van Alva was niet alleen in Nederland bekend. Ook in veel andere Europese landen kende men deze Spaanse tiran. In elk land had hij een andere benaming, omdat er natuurlijk verschillende talen zijn. In het Frans heette hij Duc d’Albe.
Dit lijkt erg veel op de Duc Dalve die ik in het geuzenlied tegenkom. En dat is geen toeval. De Nederlanders gingen met de Franse term naar de hertog verwijzen. Maar ook gingen de Nederlanders hun aanmeerpalen ‘Dukdalf’ noemen. Dit had volgens Historiek twee redenen [2]:

1. De Hertog van Alva (Duc Dalve) liet gevangengenomen opstandelingen bij laag water vastbinden aan deze aanmeerpalen. Wanneer het water langzaam zou opkomen, zouden de protestantse opstandelingen langzaam sterven aan verdrinking.

2. Ze wensten een touw om de nek van de Hertog. Net als dat er touwen om een dukdalf heen zitten. Daarnaast lijkt een dukdalf een beetje op de hertog. Een dukdalf is donker van onder en heeft een witte bovenkant. Alva had doorgaans donkere kleren met een witte kraag. 

 

Fig. 4.: Een portret van de Hertog van Alva.

De dukdalf (aanmeerpaal) heeft dus zijn naam te danken aan de Hertog van Alva (Duc d’Albe), en niet andersom. [3] Mijn protestantse basisschool was vast in de overtuiging dat de dukdalf een leuke metafoor zou zijn; de school kan immers fungeren als veilige aanmeerpaal voor jonge kinderen. Op de website van de school is niet veel over deze vergelijking te lezen, behalve in de laatste zin op hun ‘over ons’ pagina: ‘De Dukdalf geeft je houvast naar je toekomst!’ 

Maar als we dus naar de echte oorsprong kijken, heeft de protestantse school zichzelf vernoemd naar de Spaanse tiran die protestanten heeft verbrand. Ze hebben zichzelf vernoemd naar dé vijand in de Opstand. Ze hebben zich vernoemd naar de duivel. [4]  Dat is mijn inziens een erg ongelukkig toevalligheid! Vooral als je beseft dat de Dukdalf (aanmeerpaal) de naam kreeg doordát de Hertog het gebruikte om de protestanten op een langzame manier te laten verdrinken. De naam van mijn oude protestantse school krijgt op deze manier wel een erg lugubere wending; de dukdalf was voor de protestant geen houvast voor de toekomst, maar de dood. 

Ik denk overigens dat de katholieke basisschool zich erg veilig voelde in het gedeelde gebouwd; hún Alva was dichterbij dan iedereen dacht. 

[1] Zie lied 61 uit het Geuzenliedboek. Het lied telt 16 strofes. 
[2] Historiek: https://historiek.net/dukdalf-een-touw-om-alvas-nek/43108/
[3] Het kon ook zo zijn dat Dukdalf een soort scheldwoord werd. Een aanmeerpaal vernoemen naar een Hertog is sowieso erg denigrerend. Maar als dit zou zijn, zou het naar mijn idee logischer geweest zijn dat de hertog werd aangesproken met een andere naam, dit ben ik nog niet tegengekomen. 
[4] In het lied wordt de Hertog vergeleken met de duivel.